Begin oktober luisterde een zaal vol ouders geboeid naar een lezing van Debby Mendelsohn, psychologe, schrijfster en zindelijkheidsspecialiste, over zindelijkheid op onze vestiging.

Op deze avond werd Debby overspoeld met vragen van ouders en ook medewerkers. Wanneer moet je beginnen met het potje? Wat doe je als je kind niet wil blijven zitten? Wat voor soort potje moet je kopen? Debby wist op alle vragen een antwoord en gelukkig viel er ook genoeg te lachen, daar leent het onderwerp zich heel goed voor.

Wanneer is mijn kind zindelijk?

Zindelijkheid is een onderwerp dat veel ouders bezighoudt, bleek al snel na de uitnodiging, binnen enkele dagen zat de avond vol. Ook onder de pedagogisch medewerkers bleek het onderwerp heel populair. Hoewel een avondbijeenkomst na een lange werkdag meestal niet heel warm wordt ontvangen, was er nu sprake van een heuse competitie om een van de schaarse plekjes te bemachtigen.

Knusse potjeskringen

De afgelopen tien jaar lieten we kinderen steeds later oefenen met potjes. Zowel ouders als pedagogisch medewerkers gingen mee in het idee dat de kinderen er zelf eerst ‘aan toe moeten zijn’. De pedagogisch medewerkers wachtten, heel klantvriendelijk, tot de ouders en kinderen aangeven te willen beginnen met het potje.

Dat is niet altijd zo geweest. Tijdens de pauze haalden de oudjes herinneringen op aan de knusse potjeskringetjes van weleer. Na het eten ging de hele groep dreumesen en peuters gezellig samen op de pot en las de PM’er een boekje voor. Op mooie dagen zaten er dan wel tien kinderen lekker ontspannen te poepen en te plassen terwijl wij vertelden van het vraatzuchtige rupsje dat zich een weggetje at door een watermeloen, een ijsje en tien aardbeien. Dat ging natuurlijk wel eens mis, bijvoorbeeld als een trotse peuter net struikelde voordat hij de royale inhoud van het potje aan je kwam laten zien. Maar het leidde er zeker ook toe dat een groot deel van de kinderen rond twee jaar echt zindelijk was.

De eerste druppels

De dag na de lezing werd ik gebeld door een van mijn medewerkers. “Hoi, ik sta in Ikea. Vind je het goed als ik twintig nieuwe potjes koop? Ik heb even bij alle groepen gevraagd of ze genoeg potjes hadden en ik denk dat we in totaal er nog twintig nodig hebben.” Die middag zaten de jonge peuters al in een kringetje op de nieuwe groene potjes rond de PM’er geschaard. En hoorden we tijdens het lezen over het hongerige rupsje de eerste druppeltjes gezellig klateren.
Jacqueline Kock
Locatiemanager KDV Mauritskade