Als de eerste kinderen ’s ochtends binnenkomen staan de boekjes, puzzels, kleispullen en ander uitdagend materiaal al voor ze klaar. Zo vinden ze rustig en makkelijk hun weg op de groep en hoeven ze nog niet te bedenken wat ze willen doen. Hoe meer kinderen er binnenkomen, hoe meer er een spel en sfeer ontstaan. Zo wordt het steeds gezelliger op de groep, maar ook steeds ‘rommeliger’. Blokken, auto’s, spullen uit de poppenhoek, beesten… Inmiddels is alles uit de kast getrokken!
Continue begeleiding
Gedurende de dag vindt er continue begeleiding plaats. Tijdens het spelen, bij het pakken van verf, het schoonmaken van handen, naar de wc gaan, een slokje water nemen, een ruzie of een kind wat zich verveelt. Alles wordt opgemerkt, geobserveerd, genegeerd (zelf ontdekken moet ook kunnen!) en bijgestuurd.
Samen opruimen
Tussen het spelen door wordt er al een beetje opgeruimd, wat belangrijk is voor het aanleren om processen te kunnen afronden. Samen wordt bekeken: wat moet blijven staan? Vlak voor het aan tafel gaan komt het grote opruimmoment en onstaat de vraag ‘waar moet iets worden teruggezet?’ Samen zoeken we naar een logische plek. Per voorwerp observeren kinderen waar het vandaan kwam en hoe het weer wordt teruggeplaatst. Bij dezelfde ‘soort? Dezelfde kleur? Of misschien is er nog wel een ander idee. Sommige kinderen zijn wat sneller en gebruiken een poppenwagen om meer spullen tegelijkertijd te vervoeren. Totdat ze erachter komen dat ze de poppenwagen ook goed als opruimplek kunnen gebruiken.
Geen gewone chaos
Het lijkt de hele dag door chaos. Van het moment dat ouders brengen, tot het moment dat ouders kinderen weer ophalen. Maar voor de kinderen is dit ritme bekend. Eigenlijk is er op de groepen dus de hele dag chaos, geen gewone chaos maar een georganiseerde chaos. Precies wat kinderen nodig hebben.
Anniek van Luijn, Pedagogisch medewerker, KDV Asserring