Toen ik een jaar of zeven was kreeg ik van mijn moeder een klein stukje van onze achtertuin toegewezen om zelf te verbouwen. Het was een stukje van één vierkante meter, maar tot op de dag van vandaag kan ik mij dat stukje grond levendig voor de geest halen. In mijn eigen stukje aarde plantte ik pronkbonen, die eerst heel mooi opkwamen, maar ook al heel snel weer zielig gingen hangen, stond een afrikaantje dolblij te wezen dat hij uit zijn potje was bevrijd en woekerde een pompoen-plant, die zich niets aantrok van erfgrenzen en wild om zich heen greep in de struiken van mijn moeders tuin met zijn dunne groen tentakeltjes.
Al je zintuigen
Ik heb dat tuintje destijds beleefd met al mijn zintuigen en daarmee herinneringen gelegd die ik nu nog steeds kan proeven, voelen en ruiken. De indringende bittere geur van de bloemen van het afrikaantje en zijn compacte stijve blaadjes. Het sap van de bladeren van de pompoenplant dat aan je vingers plakte en waar vervolgens de aarde weer aan bleef kleven. De mysterieuze insectjes die er krioelden, zoals de onweersbeestjes die onverwacht op je armen kriebelden. Met enige schaamte denk ik aan de potjes die ik half ingroef als onderkomen voor een groepje onwillige lieveheersbeestjes. Het was mijn eigen plekje, waar ik kon ontdekken, uitproberen, observeren en beleven en het bleek meer dan genoeg voor een levenslange liefde voor alles wat groen is.
Natuurtuinen
Op onze locaties proberen we de tuinen zo in te richten dat de kinderen een soortgelijke ervaring kunnen opdoen. Geen kunstgras en tegels, maar echte planten, struiken, kriebelsprietjes, modder, blaadjes en beestjes. We vragen de tuinmannen om gesnoeide takken niet meteen te versnipperen, maar lekker te laten liggen zodat we er mee kunnen spelen en hutten kunnen bouwen. Wat is er nou leuker dan schoppen in de grote hopen droog iepenzaad dat zo maar gratis uit de bomen valt?
Omdat niet iedereen groene vingers heeft hebben we er voor gekozen om een aantal pedagogisch medewerkers te scholen als specialist natuurtuinen. Ze komen een aantal keer per jaar bij elkaar en inspireren elkaar met ideetjes voor de tuinen en activiteiten die je met de kinderen kunt doen. Samen met de kinderen gaan de pedagogisch medewerkers buiten op reis door het groen en genieten van wat daar allemaal te beleven valt. Dat betekent ook dat we gebruik maken van de seizoenen. Hommels, paddenstoelen en zwammetjes, een ijspegel aan de dakrand, de kleine puntjes van de tulpen die net uit de grond komen, vogels die smikkelen van pinda’s en vetbolletjes, alles heeft een eigen tijd in het jaar.
Verliefd op je regenlaarzen
Er is een Zweeds spreekwoord dat zegt “Det finns inget dåligt väder, bara dåliga kläder” oftewel “Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel”. Een waarheid als een koe. Ik heb nog maar zelden een kind ontmoet dat niet verliefd werd op zijn eerste regenlaarzen. Ze zien er niet alleen fantastisch uit, met hun vrolijke kleuren en plaatjes en glitters, je kunt ze helemaal zelf aan (en uit) doen. Een eerste stap op weg naar zelfstandigheid. En een stap op weg naar buiten, waar zo veel te genieten valt en waar je lekker vies kunt worden.
Buiten in de natuur kun je proeven, voelen, ruiken, luisteren en volop kijken. Allemaal tegelijk, of een voor een, net hoe het uit komt of waar je zin in hebt. Laarzen aan en stampen maar!
Jacqueline Kock
Opleidingsadviseur KinderRijk